Gek is dat: ik kijk bijna geen
televisie meer, en toch vraag ik nog regelmatig of er vanavond nog
wat op tv is...
Het gaat mij er nu even niet om dat ik
het type ben dat zoiets liever aan iemand anders vraagt, dan zelf
even in de gids te kijken. Het punt is juist, dat ik nog met één
been sta in de oude wereld, waarin men consumeerde wat via een
beperkt aantal kanalen werd aangeboden, en met het andere in een
zelfbewuste generatie die zelf online kiest welke boodschappen
en beelden zij tot zich neemt. Van dat soort dingen word je je
bewust, als het systeem even hapert. Lees: als de internetverbinding
er een flinke tijd uit ligt, zoals gisteren het geval was. Afgezien van de frustratie die het van
de buitenwereld afgesloten zijn met zich meebrengt, vond ik het
achteraf wel weer komisch dat ik het vertier letterlijk en figuurlijk
dicht bij huis moest zoeken:
ik besloot het boek “Groene Hart, van
bodem tot bord” te lezen, dat ik een paar dagen eerder in de
plaatselijke boekhandel had gezien, en daar niet kon laten liggen.
Afgezien van de beroerde titel, die doet vermoeden dat het boek zou
gaan over het ambachtelijke proces van rivierklei tot servies, is het
verder een aangenaam boek. Verondersteld dat je houdt van alles wat
met eten uit de buurt te maken heeft, natuurlijk. Want daar gaat het
boek over: streekproducten uit het Groene Hart, met veel informatie
en verhalen over de (veelal biologische) producten, makers,
bereidingswijzen, historie, etc. En dat doen de schrijvers aan de
hand van de maanden van het jaar, waar telkens een bepaald thema aan
wordt gekoppeld. Zo is februari de maand van de wintervoorraad. Dit
hoofdstuk gaat over honing, jam, wecken, en opbergen.
Aardig van het boek is dat het ook een
beetje leest, zoals je tegenwoordig achter de computer van website
naar blog, van tweet naar post zit te zappen; het zijn korte en
vlotte artikelen die samenhang hebben, maar het thema vanuit
verschillende invalshoeken belichten. En de vergelijking met het
internet gaat ook op, waar het de gesponsorde boodschappen betreft,
want in elk hoofdstuk staan een paar infomercials over
relevante producenten, restaurants of kwekers. In dit geval vind ik
dat wel prima, en zo weet ik inmiddels dat ik – als ik in de buurt
ben – zeker eens bij Corrie van ´Hoeve Rietveld´ in Woerden langs
moet gaan, voor haar brede assortiment ambachtelijke chutneys, jams
en confituren, die ze daar al sinds jaar en dag maakt. Met de nadruk op jaar, als ik haar foto zo zie. Anyway, in hetzelfde hoofdstuk kan ik bijvoorbeeld lezen wat het verschil
is tussen jam (komt van het Engelse ´to jam´ wat in dit
geval staat voor ´samenpersen´) en een confiture, waar hele
vruchten in zitten. En allerlei andere technische of
historische wetenswaardigheden. Wist u bijvoorbeeld al dat het woord ´sprokkelmaand´, komt van het Latijnse woord voor smerig (´Spurcalia´), dat de Romeinen nogal eens gebruikten als ze het hadden over de Germaanse vruchtbaarheidsfeesten die hier in februari plaatsvonden? Ik niet.
Kortom, een leuk boek, dat zelfs een goed
alternatief is, als de verbinding met het wereldwijde web het wel
gewoon doet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten