dinsdag 28 februari 2012

offline


Gek is dat: ik kijk bijna geen televisie meer, en toch vraag ik nog regelmatig of er vanavond nog wat op tv is...
Het gaat mij er nu even niet om dat ik het type ben dat zoiets liever aan iemand anders vraagt, dan zelf even in de gids te kijken. Het punt is juist, dat ik nog met één been sta in de oude wereld, waarin men consumeerde wat via een beperkt aantal kanalen werd aangeboden, en met het andere in een zelfbewuste generatie die zelf online kiest welke boodschappen en beelden zij tot zich neemt. Van dat soort dingen word je je bewust, als het systeem even hapert. Lees: als de internetverbinding er een flinke tijd uit ligt, zoals gisteren het geval was. Afgezien van de frustratie die het van de buitenwereld afgesloten zijn met zich meebrengt, vond ik het achteraf wel weer komisch dat ik het vertier letterlijk en figuurlijk dicht bij huis moest zoeken:
ik besloot het boek “Groene Hart, van bodem tot bord” te lezen, dat ik een paar dagen eerder in de plaatselijke boekhandel had gezien, en daar niet kon laten liggen. Afgezien van de beroerde titel, die doet vermoeden dat het boek zou gaan over het ambachtelijke proces van rivierklei tot servies, is het verder een aangenaam boek. Verondersteld dat je houdt van alles wat met eten uit de buurt te maken heeft, natuurlijk. Want daar gaat het boek over: streekproducten uit het Groene Hart, met veel informatie en verhalen over de (veelal biologische) producten, makers, bereidingswijzen, historie, etc. En dat doen de schrijvers aan de hand van de maanden van het jaar, waar telkens een bepaald thema aan wordt gekoppeld. Zo is februari de maand van de wintervoorraad. Dit hoofdstuk gaat over honing, jam, wecken, en opbergen.
Aardig van het boek is dat het ook een beetje leest, zoals je tegenwoordig achter de computer van website naar blog, van tweet naar post zit te zappen; het zijn korte en vlotte artikelen die samenhang hebben, maar het thema vanuit verschillende invalshoeken belichten. En de vergelijking met het internet gaat ook op, waar het de gesponsorde boodschappen betreft, want in elk hoofdstuk staan een paar infomercials over relevante producenten, restaurants of kwekers. In dit geval vind ik dat wel prima, en zo weet ik inmiddels dat ik – als ik in de buurt ben – zeker eens bij Corrie van ´Hoeve Rietveld´ in Woerden langs moet gaan, voor haar brede assortiment ambachtelijke chutneys, jams en confituren, die ze daar al sinds jaar en dag maakt. Met de nadruk op jaar, als ik haar foto zo zie. Anyway, in hetzelfde hoofdstuk kan ik bijvoorbeeld lezen wat het verschil is tussen jam (komt van het Engelse ´to jam´ wat in dit geval staat voor ´samenpersen´) en een confiture, waar hele vruchten in zitten. En allerlei andere technische of historische wetenswaardigheden. Wist u bijvoorbeeld al dat het woord ´sprokkelmaand´, komt van het Latijnse woord voor smerig (´Spurcalia´), dat de Romeinen nogal eens gebruikten als ze het hadden over de Germaanse vruchtbaarheidsfeesten die hier in februari plaatsvonden? Ik niet.
Kortom, een leuk boek, dat zelfs een goed alternatief is, als de verbinding met het wereldwijde web het wel gewoon doet.

vrijdag 24 februari 2012

tomatoverzicht

Zie daar, een tomatenplant van een week oud. Sinds vorige week heb ik weer een paar verschillende tomatenplanten gezaaid. Het zijn voor mij bijna allemaal nieuwe soorten, althans als het om kweken gaat: Moneymaker, San Marzano, Ossenhart, Ventura, Ruby Red en Sungold. De laatste is een cherrytomaat; die kennen we omdat het de favoriet is van Hugh Fearnley Whittingstall, onze favoriete tv-dominee op het gebied van zelf kweken en verantwoord aanklooien. Over onze voorgangers gesproken: mijn broer heeft ons een paar andere soorten toegezegd, die hij zelf in de pipeline heeft, dus we hebben deze zomer een gevarieerd aanbod! Ondanks mijn subjectieve en dus overdreven enthousiaste recensies over de kastomaten vorig jaar, was toch niet elke soort een echt groot succes, eerlijk gezegd. De cherrytomaten en de Donna F1 waren altijd geweldig, maar de biologische Matina, en de gele tomaat komen niet meer terug. Ik vond het vooral van die laatste wel jammer: ze waren erg sappig, maar weinig smaakvol. Ik had juist gehoopt op een soort oer-smaak van de eerste ´gouden appels´ die vanuit Zuid-Amerika Europa bereikten, en hun carrière vanzelfsprekend begonnen als ´pomodoro´. Maar ik weet ook wel; vroeger was niet alles automatisch beter.

zondag 19 februari 2012

ik rook vlees

Wij waren laatst op bezoek bij vrienden. Terwijl de vrouwen aan de koffie gingen, vroeg hij of ik even met hem wilde meelopen: "ik wil je iets laten zien, maar de vrouwen hebben daar toch niks mee". In de achtertuin had hij zijn eigen rookoven gebouwd. Het was gewoon een gietijzeren pannetje op een eenvoudige elektrische kookplaat, met daarop een aluminium chinese stoompan in twee verdiepingen, en een doek eroverheen. Het zaagsel, dat in de onderste pan werd verhit, had hij gehaald in de dierenspeciaalzaak, en was eigenlijk bedoeld voor muis of cavia. Maar het was volgens hem ook prima geschikt voor kip. Om precies te zijn, het roken van enkele kipfilets, die een verdieping hoger in de chinese stoompan lagen. Hij had ze van tevoren alleen even een uurtje gepekeld in water met zeezout en daarna, zonder gebruik van kruiden, warm gerookt. De smaaktest, waar de vrouwen overigens wel degelijk interesse voor toonden, wees uit: briljant!
Ik bedacht me gisteren dat ik nog een kant en klare rookzak had liggen, voor gebruik in de oven. C. was de stad in, dus ik had voldoende tijd om te klooien en ook ´s zoiets te proberen. De rookzak, van Finse makelij, heeft een dubbele bodem, waar het zaagsels in zit, om precies te zijn: ´natural hickory wood chips, hardwood syrup and natural sugars´. Het aluminium zak bleek zo groot dat ik ´m makkelijk in tweeën kon knippen: één voor een paar kipfilets, en één voor wat aardappelen. Voor het roken moet je de oven eerst maximaal voorverwarmen op 250 °C, en ´m tijdens de eerste 15 minuten van de bereidingstijd op deze temperatuur houden. Daarna moet ´ie terug naar 190°C voor de resterende tijd. Zowel de kipfilets als de aardappelen hadden 45 minuten nodig. Ons oordeel over de kipfilet: ´geweldig´. De gerookte aardappel zat in de categorie ´apart, maar op zich wel lekker´, al pakte de aardappelsalade die ik ervan maakte unaniem ´zeer goed´ uit.
Smaaktechnisch is het warm roken op deze manier dus een blijvertje, maar dan vooral nadat we een fatsoenlijke afzuigkap hebben geïnstalleerd. Toen we vanochtend na een rondje fietsen weer thuiskwamen, vonden we dat het in de woonkamer rook naar een oud kasteel. Natuurlijk wel eentje waar de dag ervóór een groot feest is geweest.

woensdag 15 februari 2012

uit de kas

Het blijft een bijzonder fenomeen: veertigers als ik die twitteren, bloggen en via face-book besluiten berichten ´leuk´ te vinden van vage, als vrienden te boek staande collegae, die zojuist een tatoeage hebben laten zetten, voor het eerst hun nieuwe hond hebben uitgelaten, of de 5 kilometer in een - zelfs voor hun leeftijd - tamelijk teleurstellende tijd hebben uitgelopen. Ik wil nog maar een keer gezegd hebben, dat ik me er vrij ongemakkelijk bij voel. 
En toch, niemand is ongevoelig voor waardering en applaus. Dus doe ik er vrolijk aan mee en probeer - vanzelfsprekend met in acht name van de privacyregels - het optimale midden te vinden tussen enerzijds gewoon jezelf blijven, en anderzijds jezelf op een zodanige manier vermarkten, dat men zal zeggen: hij is goed, grappig, oorspronkelijk, origineel, creatief of desnoods onvoorspelbaar. De vraag is natuurlijk waarom je dat zou willen, en of die twee uitersten elkaar überhaupt uitsluiten... Laat ik er dan ook voor kiezen om deze foto te posten, en helemaal in het midden te laten waarom ik - op het moment waarop ik ´m nam - zo gelukkig was. Dus!
Overigens, degene die dit bericht als eerste ´leuk´ vindt, retweet of anderszins van een reactie voorziet, mag mij - op een zonnige avond ergens in het voorjaar, als de zon laag in de tuinkas schijnt - geheel kostenloos komen helpen de eerste tomaten te plukken. En begrijpen wat ik bedoel.
Nawet Polacy, którzy zostali zgłoszone przez holenderskiego na czarnej liście Wilders pana, są mile widziane!

maandag 6 februari 2012

schuurcultuur

Het kan vriezen en het kan dooien, m´n Royal Well Classic tuinkas blijft een mooie! Kon het niet laten een zomer- en winterplaatje in elkaar te schuiven. Nog even en ik sta bekend als de eerste tuinkas-fetisjist van het land. Gelukkig valt dat wel mee, maar er gaat wel een soort aantrekkingskracht uit van dat ´hokje´ in de tuin. Doet me denken aan een artikel, een tijdje geleden in de Volkskrant. Het ging over de zogenaamde ´shed culture´ die vooral in Engeland en de VS zou bestaan. Ene Gordon Thorburn heeft er zelfs een boek over geschreven, men and sheds, waarin hij betoogt dat mannen behoefte zouden hebben aan zo´n plek om zich terug te trekken. Echte ´sheddies´ bouwen volledig geoutilleerde schuurtjes, waarin wordt geklust, gerelaxt, en bovendien met vrinden een koel biertje kan worden gedronken.
Hoe langer ik er over nadenk, hoe aantrekkelijker het wordt.

koelkas

´Matige vorst´ wordt ´strenge vorst´ als het harder dan tien graden gaat vriezen. Het zal er om hangen, maar het heeft de afgelopen dagen wat mij betreft in ieder geval matig streng gevroren. Genoeg om de veldsla, andijvie en koriander naar de filistijnen te helpen. 
Feit is dat er op dit moment in de kas sowieso niets groeit, behalve de duizenden soorten ijsbloemen, aan de binnenkant van het glas.

vrijdag 3 februari 2012

onrustige natuur


Als iemand zegt: "Mja, ik sta tegenwoordig dus veel dichter bij de natuur, hè", dan ben ik snel vertrokken, want ik hou niet zo van die zijige, zelfbewuste, uitgesproken groene types. En toch is dat precies wat ikzelf de afgelopen tijd heb geprobeerd te doen: dichter bij de natuur te staan, meer bewust omgaan - en meebewegen - met de seizoenen. Want daar word je rustig van. Dat is goed voor je. En - niet te vergeten - goed voor de natuur zelf.
Natuurlijk heeft het ons veel goeds gebracht. We kweken onze eigen tomaten, kruiden en letten nog beter op de biologische boodschappen en waar het vandaan komt. Leven met de seizoenen, dat is toch prachtig?
Maar elk voordeel heeft (En Un Momento Dado) toch ook z´n nadeel. Want - als ik eerlijk ben - heb ik er niet méér rust van gekregen. Integendeel, ik heb nu nog meer vragen aan mijn hoofd als: "kan ik deze tomaten al in februari zaaien", "was peterselie nou wel of niet vorstbestendig", "vriezen die slakken dood, of komen ze in het voorjaar gewoon weer op", "vanaf wanneer is deze groente weer inheems, en niet ingevlogen vanuit Egypte of Nieuw Zeeland"... Dat soort dingen, en nog veel meer. En ook het gezin begint er wat last van te krijgen: "Papa, kunnen we nu eens gewoon dóórlopen?", hoor ik dan, als we een boswandeling maken, en ik weer eens naar de grond duik, met mijn veldgids ´eetbare paddenstoelen´ in de aanslag.

Ik wou maar zeggen, dat het allemaal niet vanzelf gaat. Eén van de minder bekende filosofen van onze tijd, Theo Maassen, nam tijdens een discours eens kritisch stelling tegenover een overheidscampagne over zwerfafval: "Wat nou ´met hetzelfde gemak gooi je het in de afvalbak´?! Da´s helemaal niet waar! Het is veel makkelijker om het zó uit je handen te laten vallen, in plaats van helemaal naar die afvalbak te lopen. Moeite moet je ervoor doen!" 
En gelijk heeft hij. Ondertussen is er in ieder geval één vraag minder waar ik me mee bezig hoef te houden: of de veldsla en andijvie tegen een paar nachten matige vorst kan. Niet dus.

woensdag 1 februari 2012

als je geen worst lust...

Het is niet goed om al te serieus door het leven te gaan. Daarom vandaag, voor de verandering, één van mijn belegen kaasgrappen van stal gehaald, en hier een snelle oefening met 3D- en 2D software op losgelaten. Zie hier het resultaat. De one-liner "als je geen worst lust, Leerdammer kaas eten" doet het al jaren goed op feesten, partijen en andere sociale gelegenheden. Als ik er dan bij vertel, dat ik eens de Leerdammer servicedesk heb gemaild, of ze nog geïnteresseerd waren in een sterke Leerdammer slogan, en dat ze me dan even moeten contacten, dan vinden de meesten dat wel grappig, maar ook erg ongeloofwaardig. En toch is het waar. Ook de anti-climax van het verhaal, namelijk dat ik er nooit iets op heb gehoord, klopt feitelijk.
OK, volgende keer weer een serieus stuk, maar ik sluit niet uit dat het toch weer over kaas gaat...