In het boek over het Groene Hart, ben ik aangekomen bij het hoofdstuk over Zuivel. Dat is namelijk het thema van de maand maart. Ik had me nooit afgevraagd waar het woord ´zuivel´ vandaan zou komen, maar hier lees ik dat het is afgeleid van het Oudsaksische ´subal´, wat weer uit het Oudindische ´supa´ zou komen en soep of saus betekent. Dat weten we dan ook weer.
Niet geheel zonder zelfspot, wordt onder de noemer ´culinair historisch erfgoed´ een aantal zuivelproducten op een rijtje gezet zoals: goornat, rijstebrij, smoort, jan-in-de-zak en hangop. Inderdaad niet direct dat het water je hiervan in de mond loopt, maar toch wilde ik eens kijken of ik zelf ook hangop kon maken. En vooral hoe dat dan smaakt. Dus heb ik dit weekend een pak yoghurt in een natte kaasdoek gegoten, en dat onderaan een pollepel in een grote pan gehangen. It´s as simple as that. Je zou verwachten dat de yoghurt na verloop van tijd gewoon door die doek heen loopt, maar dat gebeurt niet. Er druppelt alleen langzaam wat wei-achtig vocht door de doek, en na een halve dag hangen, is dat ongeveer de helft van de oorspronkelijke hoeveelheid yoghurt. Ik heb dat vocht direct door de gootsteen weggespoeld, maar ik las zojuist dat dit dus het zogenaamde goornat is, en dat het ondanks de benaming best goed drinkbaar zou moeten zijn. Hè wat jammer nou...
Dan de hangop. Bij het uitpakken bleek de yoghurt een vrij stevige, plakkerige bal te zijn geworden. Impressie van de eerste hap: op z´n zachtst gezegd niet geweldig. Ik heb het dan niet zozeer over de smaak, maar vooral het enorm droge mondgevoel, en de ongelofelijke dikte van de hangop. Zo zwaar en droog dat je het bijna niet krijgt doorgeslikt! Maar als ik verder eet, en mijzelf richting het midden van die zware bal werk, wordt de structuur lichter, minder droog en smeuïger. De smaak is minder zuur dan de yoghurt, waar het mee begon en komt nog het best in de buurt van kwark. Je kunt je voorstellen dat dit best OK kan smaken, als je het als desert in een of ander Zwols toprestaurant krijgt geserveerd, met rabarberschilfertjesijs, bosaarbeitjes en steranijs..
En toch vind ik de hangop niet echt voor herhaling vatbaar. Maar als ik dezelfde regel volg als die we voor de kids hebben ("je mag pas zeggen dat je iets niet lust als je het tenminste zeven keer hebt geproefd") dan zou ik mezelf nog minstens zes kansen moeten gunnen... Eerlijk zeggen? Weinig kans daarop! Ook al realiseer ik me terdege, dat ik daardoor misschien wel nooit zal weten hoe eerlijk, ambachtelijk goornat smaakt. Het zij zo!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten