Nog even over onze vakantie in Noorwegen. Die was om verschillende redenen fantastisch, ik noem er hier slechts enkele: afgezien van een handjevol steden en een paar prachtige staafkerken is er verder weinig ´cultuur´, die je gezien moet hebben. En dat geeft rust. Aan de andere kant is er een overweldigend aanbod ongerepte natuur, waar je bovendien bijna niemand tegenkomt. En dat geeft nog meer rust...
Geen wonder dat mijn lichaam zich in de eerste week van de vakantie overgaf aan een veel te lang uitgestelde, aan griep grenzende verkoudheid. Op zich jammer, maar tegelijkertijd kon ik mijn nieuwe hobby, het-zoeken-van-geneeskrachtige-planten-en-kruiden-in-de-vrije-natuur, volop in praktijk brengen. Ik ben me in eerste instantie dan ook vooral te buiten gegaan aan verse bladeren van de paardebloem, want die zitten schijnbaar barstensvol met vitamine C. Dat ze bitter zijn, dat staat ook in mijn veldgidsen, maar de Noorse paardebloem zoekt wat dat betreft de grenzen van het toelaatbare op.
Er zijn mensen die beweren, dat als iemand op een zeker moment bepaalde kruiden nodig heeft, dat die kruiden ook in zijn directe omgeving te vinden zijn. Ik ben zelf niet zo holistisch ingesteld, maar opvallend was het wel dat het, pal naast onze
hytte, vol stond met Moerasspirea. Al doende leert men, en ondertussen weten we ook dat - als je je in het Hoge Noorden bevindt en er in de omgeving veel moeras- spirea te vinden is - dat er dan ook veel muggen zijn. Echt heel veel muggen. Maar daar gaat het nu even niet over.
Moerasspirea is de eerste plant waar men de stof salicylzuur in heeft ontdekt; dat is de werkzame stof in aspirine. Inderdaad, het woord aspirine komt van spirea, aangevuld met de letters in. Deze plant wordt van oudsher al toegepast bij o.a. verkoudheid, gewrichtspijn en zelfs obesitas. Ik kom overal voor in aanmerking, dus ben ik van de verse bloemen eens thee gaan zetten: de smaak van spirea is heel erg bitter en tegelijkertijd heeft het een aangename, zachte amandelsmaak. Puur is het niet echt lekker, maar met een scheut ahornsiroop is het best goed te doen. Over ´niet lekker, maar wel gezond´ gesproken; ik heb deze vakantie ook nog thee getrokken van jonge berkenbladeren. Daar zit ook veel vitamine C in, is bloedzuiverend en goed bij blaasaandoeningen. En - dat begint op mijn leeftijd ook een issue te worden - het wordt toegepast in haargoeimiddelen.
Enfin, mijn verkoudheid heeft zoals gewoonlijk een week geduurd. Maar ondertussen ben ik weer een paar natuurlijke smaakervaringen rijker. En dan heb ik het nog niet eens gehad over gekookte engelwortel, of thee van klaverbloem. Nou ja, misschien een andere keer...